INTRODUCTIE INNOVATIE

Een heggensysteem is een soort agrobosbouwsysteem, waarbij bomenrijen en permanente vegetatie op/rond landbouwvelden worden geteeld. Er bestaan verschillende haagsystemen. In het kader hieronder worden de verschillende types uitgelegd. Deze systemen hebben een groot potentieel om de klimaatverandering te matigen, aangezien in zowel boven- als ondergrondse boommassa en in de bodem koolstof (C) kan worden vastgelegd. In Vlaanderen kunnen heggensystemen onbeheerd zijn (heggen en houtwallen), af en toe worden gesnoeid (heggen), eindigen in kaalkap (bomenrijen) of in rotatiebeheer zijn (heggen en bomenrijen). Wanneer maaisel, dood hout of afval onder de heg blijft liggen, kan een deel van de C terug opgenomen worden in de bodem. Het is niet bekend hoeveel C via deze weg weer in de cyclus terechtkomt. Teagasc doet hiernaar onderzoek. Vergeleken met andere agroforestry systemen (bijv. silvopastures) zal bij heggen de hoeveelheid C direct onder de heg het grootst zijn. Dit komt omdat de haag ook als windscherm geldt. Vuilnis blijft onder de haag en draagt bij tot dit hogere C-gehalte. 


Haag
Een haag is een lineaire strook van houtachtige vegetatie rond landbouwgrond. Hoge bomen vallen hier niet onder, zodat de haag niet hoger is dan 15 m. Een haag kan uit één soort bestaan of uit meerdere soorten.
Bomenrij
In een bomenrij wordt een bepaalde boomsoort aangeplant zonder struiklaag.


Houtkant
Lineaire strook met houtachtige vegetatie in een open landschap. Het bestaat uit struiken (<15m) en bomen (>15m). Het is heterogeen (verschillende soorten) en een ecosysteem van ongelijke leeftijd.
Houtwal
Een houtwal is een haag op hoger gelegen grond. Deze hebben meestal greppels aan beide zijden.


Bron foto's: Van Den Berge, S. (2021)

Het effect van heggen op de C-opslag wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de klimatologische omstandigheden, de intensiteit van de veeteelt en het bodemtype. 

Klimatologische omstandigheden
Een factor om naar te kijken in verband met C-opslag is de CO2-uitstoot. In een normale situatie wordt C uitgewisseld tussen de verschillende reservoirs (bodem, atmosfeer en oceanen) door processen als fotosynthese, ademhaling en afbraak. Naar verwachting zal de microbiële activiteit toenemen naarmate de wereldtemperatuur stijgt, wat leidt tot een snellere afbraak en een toename van de C-uitstroom uit de bodem. Het meten van deze uitwisseling/uitstroom kan helpen om de effecten van de opwarming van de aarde te begrijpen en te voorspellen. 

De studie van Ford et al. (2021) toonde een verhoogde CO2 efflux met een stijging van de bodemtemperatuur, maar deze efflux was negatief geassocieerd met het bodemvochtgehalte. Dit betekent dat hogere temperaturen de afgifte van C aan de atmosfeer zullen verhogen. Ook goed gedraineerde bodems (lager vochtgehalte) zullen leiden tot een grotere C efflux. In nattere gebieden daarentegen wordt de opslag van C versterkt. 

Begrazing door vee
Begrazing door vee gaat vaak gepaard met meer biomassa onder de grond en een grotere wortelomloop. Samen met hotspots van CO2-emissies uit dierlijke mest wordt in intensief begraasde graslanden een hogere CO2-uitstoot waargenomen.  

Bodemtype
Kleibodems hebben een hogere koolstofopslagcapaciteit dan zandbodems.

Drexler et al. (2021) voerden een meta-analyse uit en ontdekten dat heggen op akkerland de SOC-voorraden (organische C in de bodem) met 32% verhoogden, vergeleken met geen heggen. Er werden geen significante verschillen in SOC gevonden tussen heggen en grasland. Naar schatting slaan heggen 104 Mg ha-1 meer op dan akkerland, waarvan 84% in de biomassa en 16% in de bodem. Zij concludeerden dat heggen een vergelijkbaar potentieel voor C-opslag hebben als bossen. 

Voordelen voor de landbouw
Koolstof in de bodem verhoogt de vruchtbaarheid van de bodem en de nutriëntencyclus, vertraagt de verplaatsing van pesticiden en verbetert de waterkwaliteit. Naarmate de bodem gezonder wordt, is er minder meststof nodig voor een vergelijkbare gewasproductie. Landbouwbedrijven worden ook weerbaarder tegen zowel droogte als zware regenval. Bovendien kan een haag rond een veld bescherming bieden tegen zon en wind voor de grazende dieren, en ook als voedselbron dienen (noten, bessen, bladeren, enz.). 

Andere voordelen
Hagen hebben ondergronds een uitgebreider wortelstelsel dan gras, wat meer water vasthoudt en erosie kan tegengaan.
Direct onder de haag is er meer schaduw en een hoger bodemvochtgehalte, wat een microklimaat veroorzaakt.
Heggen trekken insecten, vogels en ander wild aan, waardoor de biodiversiteit in het gebied toeneemt.

Soorten vegetatie
In Vlaanderen, grenzend aan landbouwgrond, vindt u vaak soorten die doornen bevatten. Het populairst is de meidoorn en soms de sleedoorn. Soorten met doornen zijn perfect als veekering, want je hebt geen andere afrastering meer nodig, en het vee houdt het aan de binnenkant kort. Vooral meidoorn is een waardevolle voersoort. Die doorns zijn echter ook een nadeel, want het onderhoud kan lastiger zijn. Bij het zelf onderhouden van de haag (voor eventueel verder gebruik als bruinkracht voor compost, direct als houtsnippers in het veld of als strooiselmateriaal) kan het interessant zijn om soorten zonder doornen te kiezen. Veel voorkomende soorten in Vlaanderen zijn kornoelje, veldesdoorn, spar, haagbeuk, iep, spil en hazelaar. 

VERDERE INFORMATIE

Omdat hagen voor meer dan alleen C-opslag kunnen zorgen, is het interessant om het type plant aan te passen aan uw bedrijf en uw verwachtingen van een haag. Een haag kan ook extra voedsel opleveren voor de dieren, sommige hebben een uitgebreider wortelstelsel voor erosie, enz.

In Vlaanderen is er een project gaande 'Weidescherm' waarbij ze adequate beplanting gaan bepalen om dieren die buiten gehouden worden beschutting te bieden. Dit project houdt geen rekening met C-opslag, maar in een van de werkpakketten zullen zij praktische informatiebladen ontwikkelen over de aanleg en het beheer van verschillende soorten natuurlijke schuilplaatsen (houtwallen, heggen, hagen, bomenrijen, enz.). Daarnaast zullen zij ook een "Agroforestry Planner" opstellen, die specifiek bedoeld is om landbouwers te ondersteunen bij het maken van een geschikte keuze van drie soorten op basis van perceel en bedrijfstype. Voor meer informatie, klik hier.

EFFECT OP DE PRESTATIES VAN HET LANDBOUWBEDRIJF

Socio-economische veerkracht: Het plaatsen van heggen op uw perceel is een investering. Aan de andere kant kan het een inkomen opleveren (via de verkoop van het maaisel), maakt het een weide aantrekkelijker voor de consument, verlaagt het de behoefte aan meststoffen en zijn er misschien premies beschikbaar in uw regio.
Gezondheid en welzijn van de dieren: Een haag kan extra beschutting bieden aan de dieren op het veld en voederbomen kunnen extra mineralen en sporenelementen bevatten
Productie-efficiëntie en vleeskwaliteit: niet van toepassing
Duurzaamheid voor het milieu: C-opslag, extra positieve effecten op darmfermentatie bij sommige soorten (bijv. hazelaar)

INTERESSANTE LINKS

EIP-Agri focusgroep Agroforestry: Klik hier (Engels)
EIP-Agri focusgroep Agroforestry: introductie van houtachtige vegetatie in gespecialiseerde gewas- en veeteeltsystemen: Klik hier (Engels)